Einde inhoudsopgave
Landsverordening omzetbelasting 1999 [Nderlandse Antillen]
Artikel 52 [Verjaring recht tot dwanginvordering]
Geldend
Geldend vanaf 08-03-1999
- Redactionele toelichting
De tekst van deze regeling, zoals deze luidde op 08-03-1999, is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
01-03-1999, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1999, 43 (uitgifte: 01-03-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-03-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1999, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1999, 43 (uitgifte: 01-03-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Het recht tot dwanginvordering verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de aanslag geheel invorderbaar is dan wel, indien zulks tot een later tijdstip leidt, vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de laatste akte van vervolging ter zake van die aanslag aan de belastingschuldige is betekend.
2.
De verjaringstermijn wordt verlengd met de tijd gedurende welke na de aanvang van die termijn:
- a.
de belastingschuldige uitstel van betaling heeft;
- b.
de tenuitvoerlegging van een dwangbevel is geschorst ingevolge een lopend rechtsgeding, met dien verstande dat de termijn waarmee de verjaringstermijn wordt verlengd een aanvang neemt op de dag waarop het rechtsgeding door middel van dagvaarding aanhangig wordt gemaakt;
- c.
de belastingschuldige surséance van betaling heeft;
- d.
de belastingschuldige in staat van faillissement verkeert.