Einde inhoudsopgave
Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ
Artikel 14 Aanspraak op vakantietoeslag voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-12-2023, Stcrt. 2023, 35303 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-0000579209)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2023, Stcrt. 2023, 35303 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-0000579209)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
1.
Indien de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en het inkomen van de belanghebbende bestaat uit een gekort ouderdomspensioen en toeslag als bedoeld in artikel 13 van de Algemene Ouderdomswet bedraagt de daarbij behorende aanspraak op vakantietoeslag voor:
a. alleenstaande | 4,97% | x ink | ||||
b. gehuwden, waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt | 5,23% | x ink | ||||
c. gehuwden, waarvan een echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en de andere echtgenoot jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, indien: | ||||||
– het inkomen € 1.477,62 of meer bedraagt | 5,23% | x ink | – € 16,32 | |||
– het inkomen lager is dan € 1.477,62 | 5,23% | x ink |
2.
Indien de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid, naast het gekorte ouderdomspensioen en toeslag, bedoeld in het eerste lid, een ander inkomen heeft dat recht geeft op vakantietoeslag bedraagt de aanspraak op die vakantietoeslag 8% van dat andere inkomen.