RVR 2023/45
Verjaring. Is sprake van voldoende zekerheid dat schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van betrokken bouwkundig adviseur en is de schadevordering daardoor al dan niet verjaard?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:653
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00108
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS708166:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bouwrecht / Aansprakelijkheidsrecht bouw
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:653, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1069, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2022
- Wetingang
Art. 3:310 BW
Essentie
Schadevordering. Aanvang korte verjaringstermijn. Voldoende zekerheid.
Is sprake van voldoende zekerheid dat schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van betrokken bouwkundig adviseur en is de schadevordering daardoor al dan niet verjaard?
Samenvatting
Opdrachtgever verwijt bouwkundig adviseur dat hij in 2010 fouten heeft gemaakt bij het maken van zogenaamde statische berekeningen voor de bouw van een opslagloods op het erf van het agrarische bedrijf van opdrachtgever. Bij het ontwerp en de bouw van de loods waren drie partijen betrokken. Op enig moment, volgens opdrachtgever vanaf 2011, ontstonden er scheuren en verzakkingen in de loods. Bij brief van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.