NJB 2020/8:Schuldsanering. Verkorting looptijd. Een fallissement wordt omgezet in een schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder verzoekt om verkorting van de looptijd van de regeling. De rechter-commissaris wijst het verzoek af. De schuldenaar gaat in hoger beroep. De rechter-commissaris geeft zijn zienswijze bij brief aan de rechtbank.Hoge Raad: 1. Taak appelrechter. De rechtbank is met haar oordeel dat zij terughoudend dient te toetsen, uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting over haar taak in hoger beroep. 2. Hoor en wederhoor. De rechtbank heeft in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor gehandeld door gegevens aan haar beslissing ten grondslag te leggen zonder appellant de gelegenheid te geven daarvan kennis te nemen en daarop te reageren. 3. Zienswijze rechter-commissaris. Het ligt niet op de weg van de rechter-commissaris om zijn beschikking in de beroepsprocedure van commentaar te voorzien of te verduidelijken, en evenmin om zijn zienswijze te geven op de beroepsgronden. Bij de beslissing na verwijzing moet de brief van de rechter-commissaris buiten beschouwing worden gelaten

NJB 2020/8

Schuldsanering. Verkorting looptijd. Een fallissement wordt omgezet in een schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder verzoekt om verkorting van de looptijd van de regeling. De rechter-commissaris wijst het verzoek af. De schuldenaar gaat in hoger beroep. De rechter-commissaris geeft zijn zienswijze bij brief aan de rechtbank.Hoge Raad: 1. Taak appelrechter. De rechtbank is met haar oordeel dat zij terughoudend dient te toetsen, uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting over haar taak in hoger beroep. 2. Hoor en wederhoor. De rechtbank heeft in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor gehandeld door gegevens aan haar beslissing ten grondslag te leggen zonder appellant de gelegenheid te geven daarvan kennis te nemen en daarop te reageren. 3. Zienswijze rechter-commissaris. Het ligt niet op de weg van de rechter-commissaris om zijn beschikking in de beroepsprocedure van commentaar te voorzien of te verduidelijken, en evenmin om zijn zienswijze te geven op de beroepsgronden. Bij de beslissing na verwijzing moet de brief van de rechter-commissaris buiten beschouwing worden gelaten

Documentgegevens:

HR 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1948

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 13 december 2019
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
Zaaknummer: 19/02241
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:1948, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:810, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2019
Wetingang: (art. 65, 314 lid 2, art. 315 lid 1, art. 349a lid 1 en 2 Fw; art. 19 Rv)

Essentie

Schuldsanering. Verkorting looptijd. Een fallissement wordt omgezet in een schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder verzoekt om verkorting van de looptijd van de regeling. De rechter-commissaris wijst het verzoek af. De schuldenaar gaat in hoger beroep. De rechter-commissaris geeft zijn zienswijze bij brief aan de rechtbank.Hoge Raad: 1. Taak appelrechter. De rechtbank is met haar oordeel dat zij terughoudend dient te toetsen, uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting over haar taak in hoger beroep. 2. Hoor en wederhoor. De rechtbank heeft in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor gehandeld door gegevens aan haar beslissing ten grondslag te leggen zonder appellant de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.