NJ 1938/1031
Schuldheling. Bewijs van de schuld en het winstbejag. Nadere motiveering van de beslissing omtrent de schuld bij culpooze misdrijven veelal gewenscht, doch niet verplicht.
HR 23-05-1938, ECLI:NL:HR:1938:186, m.nt. Prof.mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, Servatius, Donner en van der Meulen
- Zaaknummer
[23051938/NJ_1938_1031]
- Noot
Prof.mr. B.M. Taverne
- JCDI
JCDI:ADS105969:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:186, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1938
- Wetingang
(Sr art. 307-309, 417bis; Sv art. 359.)
Essentie
Schuldheling. Bewijs van de schuld en het winstbejag. Nadere motiveering van de beslissing omtrent de schuld bij culpooze misdrijven veelal gewenscht, doch niet verplicht.
Samenvatting
Uit den inhoud der bewijsmiddelen heeft het Hof de schuld en het winstbejag in de bewezenverklaring vermeld, zeer zeker kunnen afleiden.
De betaalde prijzen leveren veelal eene gewichtige aanwijzing op voor het aannemen van opzet of schuld bij het koopen, enz. van door misdrijf verkregen goederen, doch niets verplicht den rechter steeds de betaalde prijzen onder de gronden van de bewezenverklaring op te nemen.
Bij culpooze delicten kan — tenzij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.