NJB 2020/1062
Enkelvoudige mondelinge behandeling in geding na cassatie en verwijzing. Vervolg op HR 6 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1335. Hoge Raad: Nu de comparitie mede is benut om partijen in de gelegenheid te stellen hun stellingen toe te lichten, had zij in beginsel dienen plaats te vinden ten overstaan van drie raadsheren. Hiervan kon worden afgeweken door een tijdige mededeling aan partijen
HR 17-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:752
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 april 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/03723
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:752, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:143, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2020
- Wetingang
(art. 16 lid 1 Rv)
Essentie
Enkelvoudige mondelinge behandeling in geding na cassatie en verwijzing. Vervolg op HR 6 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1335. Hoge Raad: Nu de comparitie mede is benut om partijen in de gelegenheid te stellen hun stellingen toe te lichten, had zij in beginsel dienen plaats te vinden ten overstaan van drie raadsheren. Hiervan kon worden afgeweken door een tijdige mededeling aan partijen
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. de wettelijk vertegenwoordigster q.q. van de minderjarige, adv. mr. K. Aantjes.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De vrouw is in 2012 gescheiden van haar toenmalige echtgenoot. In 2015 is deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.