NJ 1936/645
„Onttrekken van goed aan den boedel" in den zin van art. 344, 1° Sr. Vooruitzicht van faillissement.
HR 30-03-1936, ECLI:NL:HR:1936:157
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 maart 1936
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, Kirberger, Fick en Donner
- Zaaknummer
[30031936/NJ_1936-645]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- JCDI
JCDI:ADS129701:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1936:157, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑03‑1936
- Wetingang
(Sr art. 344.)
Essentie
„Onttrekken van goed aan den boedel" in den zin van art. 344, 1° Sr. Vooruitzicht van faillissement.
Samenvatting
„Onttrekken van goed aan den boedel" is elke handeling, waardoor goederen buiten een reeds uitgesproken of nog uit te spreken faillissement worden gehouden en met de bedoeling daartoe ondernomen. [Adv.-Gen. Wijn-veldt: „onttrekken" en „in bewaring nemen" zijn niet gelijk te stellen begrippen.]
Dat req. zulk een handeling verrichtte kon en mocht de Rechtb. aannemen op grond van de verklaring van den gefailleerde P., volgens welke de goederen door req., die zeide zelf in financieele moeilijkheden te zitten, uit de inrichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.