Kaderbesluit 2005/212/JBZ inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2005
- Bronpublicatie:
24-02-2005, PbEU 2005, L 68 (uitgifte: 15-03-2005, regelingnummer: 2005/212/JBZ)
- Inwerkingtreding
15-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-2005, PbEU 2005, L 68 (uitgifte: 15-03-2005, regelingnummer: 2005/212/JBZ)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van dit kaderbesluit wordt verstaan onder:
- —
opbrengsten: elk economisch voordeel dat uit strafbare feiten is verkregen. Dit kunnen alle voorwerpen zijn zoals gedefinieerd in het volgende streepje;
- —
voorwerpen: goederen van enigerlei aard, lichamelijk of onlichamelijk, roerend of onroerend, alsmede rechtsbescheiden waaruit de eigendom of andere rechten ten aanzien van die goederen blijken;
- —
hulpmiddelen: alle voorwerpen die op enigerlei wijze, geheel of gedeeltelijk, zijn gebruikt of zijn bestemd om te worden gebruikt om één of meer strafbare feiten te begaan;
- —
confiscatie: een straf of maatregel opgelegd door een rechter na een procedure in verband met één of meer strafbare feiten, welke straf of maatregel leidt tot het blijvend ontnemen van de beschikkingsbevoegdheid over voorwerpen;
- —
rechtspersoon: lichaam dat deze hoedanigheid krachtens het toepasselijke nationale recht bezit, met uitzondering van staten of andere publiekrechtelijke lichamen bij de uitoefening van hun openbare macht, alsmede met uitzondering van publiekrechtelijke internationale organisaties.