De goede procesorde
Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/10.4.4:10.4.4 Verantwoord procederen: aanvullende medewerkingsplichten
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/10.4.4
10.4.4 Verantwoord procederen: aanvullende medewerkingsplichten
Documentgegevens:
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS381059:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Asser, Groen & Vranken 2003, p. 78.
Zie o.m. HR 11 april 1986 (Ennia en HVS/Bodde), NJ 1987, 433 (WHH); HR 24 mei 1991 (NOS/De Staat), NJ 1991, 675 (MS) en HR 16 november 1990, NJ 1992, 84 (HJS).
HR 19 oktober 2001 (Rijpkema/KBS), NJ 2001, 653.
HR 4 oktober 2002 (Lagerwaard/Overes q.q.), NJ 2004, 119 (HJS).
HR 7 december 1990 (Roham/Planex), NJ 1991, 216.
Zie hierover Gras 2003; Asser 1997; Van den Reek 1997, p. 212 e.v.; Hammerstein 1989; M.E. Storme 1990 en Haardt 1958.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
599. In hun Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht betogen Asser, Vranken en Groen dat open normen als de goede procesorde hun functie bij de vorming en concrete toepassing van processuele rechten en verplichtingen vervullen op de grondslag van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van rechter en partijen voor een voortvarend, efficiënt en effectief verloop van het proces en de algemene verplichting tot medewerking aan het bereiken van het doel van het proces.1
Uit de onderzochte jurisprudentie blijkt dat de handhaving en bevordering van een voortvarende, efficiënte, effectieve en, zo zou ik daar aan willen toevoegen, eerlijke procesgang onder meer gestalte kan krijgen doordat de rechter met een beroep op de eisen van een goede procesorde partijen dwingt tot medewerking. Die eisen brengen bijvoorbeeld mee dat een partij haar wederpartij en de rechter niet mag verrassen met een ingrijpende koerswijziging of nieuwe feiten in een laat stadium van de procedure2, dat zij met een zuivering van verstek in cassatie niet nodeloos en met het doel het processuele evenwicht te verstoren wacht3, dat zij haar verweren tegen een opgeworpen exceptie van niet-ontvankelijkheid concentreert in een door haar genomen conclusie van antwoord op de exceptie van niet-ontvankelijkheid, in het eerste processtuk meldt niet erin te hebben toegestemd dat de zaak op een andere dag wordt aangebracht dan op de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag4 en, dat zij, indien zij zich wenst te beroepen op feiten of stellingen uit een door haar in de procedure overgelegd dossier van een andere procedure, dit op zodanige wijze doet dat de rechter duidelijk is wat hem als grondslag voor het verzoek ter beoordeling wordt voorgelegd, en voor verweerder waarop hij zijn verdediging dient af te stemmen.5
Een beroep op de eisen van een goede procesorde blijkt aldus een belangrijk middel om partijen aan te zetten tot 'verantwoord procederen'. Het bewerkstelligt dat procespartijen bij het gebruik van de bevoegdheden die het procesrecht hun geeft tot behartiging van het eigen belang in een procedure voor de rechter, niet alleen dat eigen belang onverkort nastreven, maar zich ook tot op zekere hoogte de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij en het algemeen belang van een goede, voortvarende rechtspleging aantrekken.6 Nu de rechter rechtsgevolg onthoudt aan proceshandelingen waarbij een partij deze laatste belangen onvoldoende in acht heeft genomen, dient een partij haar eigen belang immers juist door haar procesgedrag mede op die belangen af te stemmen.