RN 2020/99
Onrechtmatige daad. Moet de kennis van bestuurders met tegenstrijdige belangen worden toegerekend aan de benadeelde vennootschap?
HR 11-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1413
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 september 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/02396
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS238990:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1413, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:283, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2019
- Wetingang
Art. 3:310, 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige daad. Verjaring. Aanvang verjaringstermijn.
Moet de kennis van bestuurders met tegenstrijdige belangen worden toegerekend aan de benadeelde vennootschap?
Samenvatting
Twee bestuurders en een commissaris van schadeverzekeraar HDI, richten de Arubaanse NV Treston op. Enige tijd later draagt HDI haar Arubaanse verzekeringsportefeuille over aan Treston tegen de koopprijs van 1 AWG. Door de overdracht van de portefeuille is Treston voortaan gerechtigd tot de betaalde verzekeringspremies. Vervolgens sluit Treston een herverzekeringscontract met HDI. De bestuurders en commissaris ontvingen daarbij provisie.
HDI spreekt Treston aan wegens onrechtmatige daad. Treston verweert zich met de stelling dat de vordering is verjaard omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.