V-N 2014/20.11
Aanwezigheid administratie gefailleerde is onvoldoende voor leggen bodembeslag
HR 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:896, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (Ontvanger/Horeca Holding c.s.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2014
- Magistraten
Bakels, Van Buchem-Spapens, Streefkerk, Drion, De Groot
- Zaaknummer
13/00050
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
Ontvanger/Horeca Holding c.s.
- JCDI
JCDI:ADS917849:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Verhaalsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:896, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:27, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2012
- Wetingang
art. 22 Invorderingswet 1990
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de ontvanger ten onrechte een bodembeslag heeft gelegd op de bedrijfsinventaris. Volgens de Hoge Raad is er geen sprake van een ‘bodem’ van FHL bv
Samenvatting
FHL bv exploiteert een café in Hengelo in een pand dat zij van De Vier Jaargetijden Hengelo bv huurt. De bedrijfsinventaris wordt door De Vier Jaargetijden Franchise bv aan FHL bv ter beschikking gesteld. De Vier Jaargetijden Hengelo bv heeft deze inventaris aan De Vier Jaargetijden Franchise bv ter beschikking gesteld. Medio 2007 wordt FHL bv failliet verklaard en staakt zij de exploitatie van het café. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.