Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De functionaris is gebonden door de in de artikelen 31 en 32 van de Europol-overeenkomst en in alle daarop gebaseerde regelingen vastgelegde zwijg- en geheimhoudingsplicht.
Indien de functionaris voornemens is enige nevenactiviteit, al dan niet tegen beloning, uit te oefenen of enigerlei opdracht buiten Europol te vervullen, moet hij daartoe machtiging vragen aan de directeur. Deze machtiging wordt geweigerd indien de activiteit of opdracht afbreuk kan doen aan de onafhankelijkheid van de functionaris of aan de werkzaamheden van Europol.