BA 2015/200
Gedoogplicht, aard van bevoegdheid verzet zich niet tegen mandaat; voorbereiding, termijn van terinzagelegging; deskundigencommissie
ABRvS 12-08-2015, ECLI:NL:RVS:2015:2592
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 augustus 2015
- Zaaknummer
201407796/1/R1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:2592, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑08‑2015
- Wetingang
Art. 10:3 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 23 Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012; art. 6 en 12 Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013; art. 2 en 5 Besluit mandaat, volmacht en machtiging RWS Corporate Dienst 2013; art. 2 lid 1 en lid 4 Belemmeringenwet Privaatrecht (BP); Algemene Termijnenwet; art. 8 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
Essentie
Gedoogplicht, aard van bevoegdheid verzet zich niet tegen mandaat; voorbereiding, termijn van terinzagelegging; deskundigencommissie
Samenvatting
Het besluit tot opleggen van de gedoogplicht is genomen door de minister, namens [een afdelingshoofd bij de Corporate Dienst van RWS; RWS-CD]. [Nu] blijkt dat aan gemandateerde afdelingshoofden van de [RWS-CD] onder meer het behandelen en afwikkelen van zaken op grond van de [Belemmeringenwet Privaatrecht; BP] is voorbehouden, was het afdelingshoofd bevoegd tot het opleggen van de gedoogplicht. De verwijzing van Delta naar art. 5 lid 1 Besluit mandaat, volmacht en machtiging RWS Corporate Dienst 2013 maakt dat niet anders. Dit artikel ziet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.