Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/8.5.4:8.5.4 Algemene voorwaarden
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/8.5.4
8.5.4 Algemene voorwaarden
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS509710:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ingevolge art. 6:233 (b) BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien de gebruiker van de algemene voorwaarden aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen (zie 10.4.2.4 sub f). Krachtens art. 6:234 lid 2 BW heeft de gebruiker aan de wederpartij de zojuist bedoelde mogelijkheid geboden als hij:
’(...) de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en voor haar toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend gemaakt waar van de voorwaarden langs elektronische weg kan worden kennisgenomen, alsmede dat zij op verzoek langs elektronische weg of op andere wijze zullen worden toegezonden. Indien de voorwaarden niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking zijn gesteld, zijn de bedingen tevens vernietigbaar indien de gebruiker de voorwaarden niet op verzoek van de wederpartij onverwijld op zijn kosten langs elektronische weg of op andere wijze aan haar toezendt."
Indien een hoofdovereenkomst langs elektronische weg totstandkomt, zullen de algemene voorwaarden op vorenstaande wijze kunnen worden bekendgemaakt (zie ook 8.5.3 voor de terbeschikkingstelling van voorwaarden die geen algemene voorwaarden zijn). Zulks betreft tevens een arbitraal beding dat in elektronische algemene voorwaarden voorkomt (zie ook 8.4.5.1 en 10.4.2.4 sub f). Het vorenstaande ziet uiteraard op de vraag of een arbitraal beding in elektronische algemene voorwaarden vernietigbaar is en niet op (het bewijs van) de totstandkoming van een overeenkomst tot arbitrage krachtens elektronische algemene voorwaarden, waarover het in dit hoofdstuk gaat. Niettemin meen ik dat de regeling in art. 2:234 BW wel het beeld met betrekking tot de totstandkoming van een arbitrageovereenkomst "krachtens" elektronische algemene voorwaarden mede kan bepalen. Voor het bewijs van de totstandkoming van een hoofdovereenkomst langs elektronische weg met referte aan elektronische algemene voorwaarden (met daarin een arbitraal beding) geldt uiteraard het bepaalde in art. 6:227a lid 1 BW (art. 1021, derde en vierde volzin, Rv). Daarbij kan ik mij voorstellen dat voor (het bewijs van) de hoofdovereenkomst art. 6:227a lid 1 BW in zijn geheel van toepassing is en voor het bewijs van de inhoud van de algemene voorwaarden art. 6:227a lid 1 (a) en (b) BW (vgl. ook het bepaalde in art. 6:234 lid 2 BW) (zie 8.4.3). Verwijst een "klassiek" geschrift naar elektronische algemene voorwaarden (met daarin een arbitraal beding), dan zouden wij voor het bewijs daarvan eenvoudigweg art. 1021, tweede volzin, Rv kunnen toepassen (zie 8.3.2 en 8.4.5) en kunnen wij voor de inhoud van de elektronische algemene voorwaarden art. 6:227a lid 1 (a) en (b) BW toepassen. Zie hiervoor wel ook het bepaalde in art. 6:234 lid 3 BW, dat verlangt dat de wederpartij expliciet instemt met elektronische algemene voorwaarden langs elektronische weg als de hoofdovereenkomst niet langs elektronische weg totstandkomt. Verwijzen partijen mondeling naar elektronische algemene voorwaarden (met daarin een arbitraal beding), dan zal art. 6:227a lid 1 BW in zijn geheel moeten worden toegepast, als daarmee het bewijs van de arbitrageovereenkomst uberhaupt al rond kan komen (zie 8.4.5.2 sub a in fine en 8.5.3). Zie ook op dit punt het bepaalde in art. 6:234 lid 3 BW.