5.4 Gemengde overeenkomst

Zelf ben ik van oordeel dat de overeenkomst tot arbitrage een gemengde overeenkomst is (vgl. art. 6:215 BW).1 Alsdan kan zij procesovereenkomst (in de betekenis van een overeenkomst met een geheel eigen regeling in ons Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) en tevens obligatoire overeenkomst zijn. De regeling van de overeenkomst tot arbitrage is in Boek IV van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering opgenomen, terwijl de bepalingen van overeenkomstenrecht in het Burgerlijk Wetboek zijn opgenomen (of in de buitenlandse evenknie van het Burgerlijk Wetboek als buitenlands materieel recht op de overeenkomst tot arbitrage van toepassing is). Ingevolge art. 6:215 BW zullen de desbetreffende bepalingen naast elkaar op de overeenkomst van toepassing zijn, tenzij zij niet verenigbaar zijn of de strekking daarvan in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen toepassing verzet. Alsdan zullen de dwingende bepalingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, als lex specialis veelal voorgaan.2