NJ 1934, p. 499
Tweemaal verduistering van dezelfde effecten door Directeur van een Trustkantoor. Bewijs v. h. opzet tot wederrechtelijke toeëigeniug. Beleening der effecten en de usances in het bankwezen.
HR 29-01-1934, ECLI:NL:HR:1934:40, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1934
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Fick en Donner
- Zaaknummer
[29011934/NJ_1934,_p._499]
- Conclusie
Wijnveldt
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS129298:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1934:40, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1934
- Wetingang
Essentie
Tweemaal verduistering van dezelfde effecten door Directeur van een Trustkantoor. Bewijs v. h. opzet tot wederrechtelijke toeëigeniug. Beleening der effecten en de usances in het bankwezen.
Samenvatting
Een vonnis van den Nederlandschen rechter moet in de Nederlandsche taal zijn gesteld, zoodat ook bij het weergeven van den inhoud, der tot bewijs gebezigde bewijsmiddelen van de Nederlandsche taal gebruik moet worden gemaakt. Aan dezen eisch is bij het bestreden arrest voldaan, zij het dan, dat in de opgenomen verklaring van verd. een weergave van een voorwaarde op saldobiljet in het Duitsch voorkomt. Er moet immers worden aangenomen, dat deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.