Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/226
Opzettelijk aanwezig hebben hennep (art. 3 onder C Opiumwet). Middel klaagt dat een ander dan de verdachte verantwoordelijk was voor de aanwezigheid van hennep. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:145
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/03327
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:145, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03327
Datum 8 februari 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 oktober 2020, nummer 20-002348-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 13 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.