Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/4.3.5.1
4.3.5.1 Inleiding
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS209932:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijvoorbeeld Hof ’s-Hertogenbosch 14 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:995, r.o. 6.5.2.4.
Zie bijvoorbeeld Rb. Noord-Holland 9 april 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:8140, r.o. 4.7 en Hof Arnhem-Leeuwarden 26 mei 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3705, r.o. 4.6. In die laatste uitspraak haalt het hof de VFN gedragscode aan om vervolgens te concluderen dat de kredietgever een onderzoek had moeten doen naar de verwachte financiële gevolgen van pensionering. De gedagscode schreef dat laatste onderzoek echter niet expliciet voor.
Zie hierover ook paragraaf 4.3.2.3.
Zoals volgt uit paragraaf 2.4, bestaat de kredietwaardigheidstoets uit drie stappen, te weten het onderzoek naar de betaalcapaciteit van de consument, de beoordeling van de kredietwaardigheid en de beslissing op de kredietaanvraag. Pas als de kredietgever deze stappen heeft doorlopen, is duidelijk in hoeverre het gevraagde krediet kan worden verstrekt aan de consument. In het privaatrecht beoordeelt de rechter of de consument destijds als kredietwaardig mocht worden gezien. In dit verband zijn er grofweg twee soorten van uitspraken te vinden. Enerzijds zijn er uitspraken waarin onverkort wordt aangesloten bij de leennormen uit een referentiekader.1 Anderzijds zijn er uitspraken waarin de rechter niet (precies) handelt naar een dergelijk kader.2 In die laatste uitspraken laat de rechter zien dat hij rekening kan houden met meer omstandigheden dan wel anders tegen dezelfde omstandigheden kan aankijken dan een referentiekader doet.3 Tegen deze achtergrond wordt hierna verder ingegaan op de drie stappen van de kredietwaardigheidstoets bij consumptief krediet. Om te laten zien in hoeverre de feitenrechtspraak daarmee in overeenstemming is, wordt per stap eerst stilgestaan bij hetgeen de Hoge Raad hierover heeft geoordeeld.