Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
08-12-2011, Stb. 2011, 632 (uitgifte: 21-12-2011, kamerstukken: 33022)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2011, Stb. 2011, 632 (uitgifte: 21-12-2011, kamerstukken: 33022)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Inlichtingenverplichting
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister kan, na overleg met de bevoegde autoriteit van een verzoekende lidstaat erin toestemmen dat door de verzoekende autoriteit gemachtigde ambtenaren:
- a.
aanwezig zijn in de kantoren van de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, dan wel van andere ambtenaren die belast zijn met de invordering van schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, tweede lid;
- b.
aanwezig zijn bij onderzoeken die in Nederland worden uitgevoerd;
- c.
bijstand verlenen aan de in onderdeel a genoemde ambtenaren tijdens rechtszaken.
2.
Bij het overleg worden de voorwaarden vastgesteld waaronder Onze Minister de in het eerste lid bedoelde toestemming verleent.
3.
In het overleg kan worden overeengekomen dat ambtenaren uit de verzoekende lidstaat in Nederland personen kunnen ondervragen en documenten kunnen onderzoeken.
4.
Ambtenaren uit de verzoekende lidstaat die in Nederland aanwezig zijn, dienen te allen tijde een schriftelijke opdracht te kunnen overleggen waaruit hun identiteit en bevoegdheid blijkt.
5.
Degene bij wie een onderzoek als bedoeld in het eerste en derde lid wordt ingesteld, is verplicht de door Onze Minister aangewezen ontvanger alsmede de ambtenaar die ingevolge het eerste en derde lid bij dit onderzoek aanwezig is, ten behoeve van dit onderzoek toegang te verlenen.