De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/7.9.5:7.9.5 Geen noodzaak voor aparte regeling dat de rechter de gevolgtrekkingen kan verbinden die hij geraden acht
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/7.9.5
7.9.5 Geen noodzaak voor aparte regeling dat de rechter de gevolgtrekkingen kan verbinden die hij geraden acht
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS378299:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 11 juli 2008, NJ 2009, 451, r.o.3.4.8 (De Telegraaf c.s./Staat).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De bestaande regels over feitelijke vermoedens, omkering van de bewijslast en bewijswaardering bieden de rechter voldoende mogelijkheden om de gevolgen van een beroep op vertrouwelijkheid genuanceerd te bepalen. Daarom is het niet nodig om de rechter daarnaast afzonderlijk de bevoegdheid te geven om te bepalen, welke gevolgen hij verbindt aan het achterwege laten van verstrekking van bescheiden met een beroep op vertrouwelijkheid. Desondanks heeft de Hoge Raad in één geval geëxpliciteerd dat de rechter die mogelijkheid heeft.
Dat is uitgemaakt voor de situatie, waarin een partij bescheiden wel aan de rechter, maar niet aan de wederpartij wil verstrekken. De houder van de bescheiden wiens beroep op een gewichtige reden is gehonoreerd, kan immers aan de rechter voorstellen, dat hij de bescheiden slechts aan de rechter verstrekt. Dat is - vanzelfsprekend - slechts mogelijk, indien de wederpartij daarmee instemt. Stemt de wederpartij daarmee niet in, dan kan de rechter daaraan de gevolgtrekkingen verbinden die hij geraden acht.1