AB 2024/154
Hoge Raad sluit zich aan bij uitspraak grote kamer CBb om soepeler verschoonbaarheid van overschrijding bezwaar- en beroepstermijn te beoordelen.
HR 05-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:515, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2024
- Magistraten
Mrs. J.A.R. van Eijsden, E.N. Punt, J. Wortel, E.F. Faase, A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/04246
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS959650:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:515, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2022
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad sluit zich aan bij uitspraak grote kamer CBb om soepeler verschoonbaarheid van overschrijding bezwaar- en beroepstermijn te beoordelen.
Samenvatting
Voor zover het omstandigheden betreft die de belanghebbende persoonlijk betreffen, is er geen reden artikel 6:11 Awb te beperken tot de gevallen waarin de betrokkene feitelijk niet in staat is geweest het rechtsmiddel tijdig aan te wenden. Of artikel 6:11 Awb van toepassing is, zal per geval moeten worden beoordeeld, waarbij het erop aankomt of van deze belanghebbende onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid kon worden gevergd om tijdig beroep in te stellen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.