NJB 2011/1475
HR, 08-07-2011, nr. 09/02407: Zürich/Van Gernert
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6996 (Zürich/Van Gernert)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/02407
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BP6996
- Roepnaam
Zürich/Van Gernert
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verkeersrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP6996, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP6996, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2009
- Wetingang
WVW 1994 art. 5; BW art. 6:101 en 6:162; Rv art. 152 lid 2
Essentie
Verkeersongeval. Rood licht. Twee auto’s komen met elkaar in aanrijding op een met verkeerslichten beveiligde kruising. Het hof oordeelt op basis van waardering van getuigenbewijs dat niet vastgesteld kan worden wie van beide bestuurders door rood licht is gereden en acht een van de bestuurders aansprakelijk voor 65% van de schade van de andere bestuurder.
HR: 1. Motivering bewijswaardering. De door het hof gegeven motivering geeft voldoende inzicht in zijn gedachtegang.
2. Beoordelingskader. Indien geen van partijen kan bewijzen dat de wederpartij door rood licht is gereden, geldt voor beide ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.