Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 16-03-2001
- Bronpublicatie:
15-03-2001, PbEG 2001, C 112 (uitgifte: 01-01-2001, regelingnummer: 2001/C112/01)
- Inwerkingtreding
16-03-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2001, PbEG 2001, C 112 (uitgifte: 01-01-2001, regelingnummer: 2001/C112/01)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De functionaris die aantoont ten gevolge van ziekte of ongeval verhinderd te zijn zijn werkzaamheden te verrichten, komt van rechtswege in aanmerking voor ziekteverlof. Het ziekteverlof bedraagt niet meer dan drie maanden of de duur van de reeds door de functionaris volbrachte diensttijd wanneer deze langer is. Dit verlof kan niet na het einde van de arbeidsovereenkomst worden voortgezet.
De betrokkene deelt Europol zo spoedig mogelijk mee dat hij niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten en geeft hierbij de plaats aan waar hij zich bevindt. Hij kan daarna verplicht worden een door Europol georganiseerd medisch onderzoek te ondergaan.
Wanneer het totale ziekteverlof van de functionaris over een periode van drie jaar meer dan twaalf maanden bedraagt, kan de directeur het geval aan de invaliditeitscommissie voorleggen.
2.
De functionaris kan ambtshalve met verlof worden gezonden, indien uit een onderzoek door een door Europol aangewezen arts blijkt dat zulks in verband met zijn gezondheidstoestand vereist is of dat te zijnen huize een besmettelijke ziekte heerst.
3.
Na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijnen wordt de zaak van de functionaris wiens arbeidsovereenkomst niet wordt beëindigd ondanks het feit dat hij zijn werkzaamheden nog niet kan hervatten, ter advies voorgelegd aan de invaliditeitscommissie. De functionaris blijft gedurende de hele periode van zijn arbeidsongeschiktheid zijn volledige bezoldiging ontvangen zolang de directeur niet heeft besloten een in artikel 65 genoemd invaliditeitspensioen uit te keren of de arbeidsovereenkomst te beëindigen.