Einde inhoudsopgave
Landsverordening omzetbelasting 1999 [Nderlandse Antillen]
Artikel 10 [Moment waarop de belasting verschuldigd wordt]
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2006
- Redactionele toelichting
De tekst van deze regeling, zoals deze luidde op 01-01-2008, is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa. Herstel van een voorgaande wijziging.
- Bronpublicatie:
11-12-2006, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2006, 98 (uitgifte: 11-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2006, 98 (uitgifte: 11-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip waarop een factuur wordt uitgereikt of uiterlijk had moeten worden uitgereikt.
2.
Iedere ondernemer die leveringen of diensten verricht is verplicht een doorlopende genummerde èn gedagtekende factuur aan de afnemer uit te reiken en een kopie hiervan in zijn administratie te bewaren. Op de factuur moet op duidelijke en overzichtelijke wijze vermeld staan:
- a.
de dag waarop de levering of de dienst wordt verricht;
- b.
de naam en adres van de ondernemer die de levering of de dienst verricht;
- c.
een omschrijving van de geleverde goederen of van de dienst;
- d.
de hoeveelheid van de geleverde goederen;
- e.
de vergoeding;
- f.
het bedrag van de belasting.
3.
Voor de toepassing van het eerste lid moet de ondernemer de factuur uitreiken binnen vijftien dagen na de maand waarin de levering of de dienst is verricht. De ondernemer is verplicht een kopie van de uitgereikte factuur op te maken. Indien de factuur het karakter heeft van een kassabon, dient deze te worden uitgereikt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht. Bij doorlopende prestaties, mag op de factuur in plaats van de dag van de prestatie, de periode worden vermeld, waarop de factuur betrekking heeft. Deze periode mag niet langer zijn dan een jaar.
4.
Bij ministeriële beschikking met algemene werking kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste, tweede en derde lid.
5.
Bij ministeriële beschikking met algemene werking kunnen diensten en leveringen van goederen worden aangewezen ter zake waarvan onder voorwaarden geen facturen behoeven te worden uitgereikt.
6.
Ieder die enig document uitreikt waarop een bedrag aan omzetbelasting wordt vermeld welke hij, anders dan op grond van dit artikel niet verschuldigd is geworden, wordt die belasting verschuldigd op het tijdstip dat hij het document heeft uitgereikt; hij is verplicht deze belasting op de voet van artikel 12 te betalen.
7.
De in het zesde lid bedoelde belasting kan door de Inspecteur worden nageheven.