WR 2015/125
Medehuur: analoge toepassing art. 7:266 lid 5 BW op contractuele medehuur bij echtscheiding
Hof Amsterdam 07-07-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2861, m.nt. mr. H.M. Meijerink
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
7 juli 2015
- Magistraten
Mrs. J.C.W. Rang, R.J.M. Smit, A. Bockwinkel
- Zaaknummer
200.166.377/01 KG
- Noot
mr. H.M. Meijerink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921937:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2015:2861, Uitspraak, Hof Amsterdam, 07‑07‑2015
- Wetingang
(art. 7:266 lid 5 BW)
Essentie
Medehuur: analoge toepassing art. 7:266 lid 5 BW op contractuele medehuur bij echtscheiding
Samenvatting
Volgens de Hoge Raad voorziet art. 7:266 lid 5 BW in een regeling omtrent de voortzetting van de huurovereenkomst na echtscheiding, waarbij de rechter beslist – met werking tegenover de verhuurder – wie van de echtgenoten de huur van de echtelijke woning na de echtscheiding (alleen) mag voortzetten. Hieruit valt af te leiden dat de bepaling van art. 7:266 lid 5 BW analogisch van toepassing is op het geval, waarin niet van wettelijke medehuur maar van contractuele medehuur sprake is. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.