NJB 2014/1855
Verzoek tot het benoemen van deskundige voor nader onderzoek naar beeldherkenningen van de verdachte: dit is een verzoek in de zin van art. 328 Sv jo. art. 330 Sv om gebruik te maken van een in art. 316 Sv omschreven bevoegdheid; daarop is het noodzaakcriterium van toepassing. In casu toereikende afwijzing van het deskundigenverzoek van de verdediging, die ter onderbouwing daarvan onder meer erop wees dat het om interraciale herkenning ging
HR 30-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2856
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 september 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/02509
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2856, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1527, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2014
- Wetingang
Essentie
Verzoek tot het benoemen van deskundige voor nader onderzoek naar beeldherkenningen van de verdachte: dit is een verzoek in de zin van art. 328 Sv jo. art. 330 Sv om gebruik te maken van een in art. 316 Sv omschreven bevoegdheid; daarop is het noodzaakcriterium van toepassing. In casu toereikende afwijzing van het deskundigenverzoek van de verdediging, die ter onderbouwing daarvan onder meer erop wees dat het om interraciale herkenning ging
Uitspraak
Inleiding:
De raadsman heeft bij appelschriftuur van 31 oktober 2012 als bedoeld in art. 410 Sv onder meer kenbaar gemaakt: ‘8. Appellant wenst, mede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.