Einde inhoudsopgave
Kadasterwet BES
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vastgoedrecht (V)
1.
Onder de benaming van bewaarder van het kadaster en de openbare registers worden door het bestuur van de Dienst voor de Kadasters gezamenlijk, ten minste een en ten hoogste drie bewaarders benoemd.
2.
Tot bewaarder kan uitsluitend worden benoemd degene die:
- a.
op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek gerechtigd is de titel meester of Master of Laws te voeren;
- b.
een door het bestuur van de Dienst voldoende verklaarde opleiding of ervaring van gelijkwaardige aard hebben, of
- c.
in het bezit is van een ten aanzien van het beroep van bewaarder verleende erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten, bedoeld in het tweede lid, onder a.
4.
Bij afwezigheid, belet, ontstentenis of schorsing van een bewaarder wordt hij vervangen door een of meer van de andere bewaarders, door het bestuur van de Dienst aan te wijzen op een daarbij door dat bestuur te bepalen wijze.
5.
Het bestuur van de Dienst kan een of meer personen die zijn aangesteld door de Dienst belasten met de waarneming van het ambt van bewaarder.