NJ 2014/329
Ontucht en bewijsminimum art. 342 lid 2 Sv.
HR 10-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1354, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04944
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Rozemond
- JCDI
JCDI:ADS161889:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1354, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:502, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2013
- Wetingang
Art. 247, 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht; art. 342 lid 2 Wetboek van Strafvordering
Essentie
Ontucht. Unus testis. Ontucht en bewijsminimum art. 342 lid 2 Sv. Niet kan worden gezegd dat de tot het bewijs gebezigde verklaringen van aangeefster (het slachtoffer) over seksueel misbruik onvoldoende steun vinden in het overige gebezigde bewijsmateriaal, in het bijzonder gelet op verdachtes verklaring dat hij in de bewezenverklaarde periode op het slachtoffer heeft gepast en dat er in de slaapkamer waar het feit zou zijn gepleegd, seksboekjes van de moeder van het slachtoffer lagen waarin ook het slachtoffer heeft gelezen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.