Einde inhoudsopgave
Verplaatsingskostenbesluit defensie
Artikel 2 Tegemoetkoming verhuiskosten bij opgelegde verhuisplicht
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-03-2012
- Bronpublicatie:
02-11-2012, Stb. 2012, 596 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2012, terugwerkend tot: 01-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2012, Stb. 2012, 596 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
De defensieambtenaar die ingevolge een op grond van artikel 75 Burgerlijke ambtenarenreglement defensie dan wel artikel 143 Algemeen militair ambtenarenreglement defensie opgelegde verplichting verhuist naar een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, mits de verhuizing plaatsvindt uiterlijk twee jaren na de datum waarop de verplichting is ingegaan.
2.
De defensieambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die is verhuisd en van de in het eerste lid bedoelde verplichting wordt ontheven, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de ontheffing.
3.
Het opleggen van de verplichting te verhuizen naar een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied geschiedt:
- a.
indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aard van de werkzaamheden een zeer korte reactietermijn vereist;
- b.
bij een verhuizing in verband met een verplaatsing naar Nederland;
- c.
bij een verhuizing in verband met een verplaatsing naar een land buiten Nederland.
4.
Ten aanzien van verhuizingen als bedoeld in het eerste lid, is de tegemoetkoming in de verhuiskosten gelijk aan een tegemoetkoming in:
- a.
de reis- en verblijfkosten binnen Nederland die voor de defensieambtenaar en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van woonruimte;
- b.
de reis- en verblijfkosten bij een verplaatsing naar een land buiten Nederland, die voor de defensieambtenaar en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van onder meer woonruimte en scholen;
- c.
de reis- en verblijfkosten die voor de defensieambtenaar en zijn gezinsleden zijn verbonden aan de reis naar de nieuwe woning;
- d.
de transportkosten;
- e.
de kosten van de tussenpersoon, voor zover deze in rekening wordt gebracht ter verwerving van een huurwoning en de inschakeling van een tussenpersoon naar het oordeel van het bevoegd gezag voor het Rijk tot aanmerkelijk voordeel leidt;
- f.
overige kosten, mits een eigen huishouding wordt gevoerd op de datum van de verplaatsing of de indiensttreding en de eigen huishouding wordt voorgezet na de verhuizing.
5.
Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld omtrent een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied, bedoeld in het eerste lid, de maximale duur van de reis, bedoeld in het vierde lid, onder b, de transportkosten bedoeld in het vierde lid onder d en de overige kosten, bedoeld in het vierde lid, onder f.