RvdW 2017/491
Heling en witwassen van voorwerpen uit eigen misdrijf.
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:644
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/03755
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:644, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:240, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Heling en witwassen van voorwerpen uit eigen misdrijf.
Aan het enkele voorhanden hebben van een gestolen voorwerp kan niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat de betrokkene dat voorwerp ook heeft gestolen. Indien iemand een helingshandeling verricht t.a.v. een voorwerp dat hij zelf als (mede)pleger door enig misdrijf heeft verkregen, staat dit aan de kwalificatie heling in de weg, als dit voldoende concreet is aangevoerd en/of uit het onderzoek ter terechtzitting aannemelijk wordt. Voor witwassen geldt deze kwalificatie-uitsluitingsgrond niet, maar als een verdachte een ‘onmiddellijk’ uit eigen misdrijf afkomstig voorwerp heeft verworven of voorhanden heeft gehad, moet uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.