NJB 2020/1735
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv en het vereiste van dubbele strafbaarheid bij de erkenning of uitvoering van een Europees onderzoeksbevel, art. 5.4.4 lid 2 Sv: ingevolge de bepaling dient in beginsel – dat wil zeggen: behoudens de in deze bepaling omschreven uitzondering – te worden voldaan aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. Dat vereiste houdt in dat het materiële feit waarvoor het bevel is uitgevaardigd binnen de termen van een Nederlandse strafbepaling moet vallen. Daarvoor is voldoende dat de strafbaarstelling zoals deze in de uitvaardigende staat luidt, in de kern hetzelfde rechtsgoed beschermt als de Nederlandse strafbaarstelling. Deze strafbaarstellingen hoeven dus niet in alle opzichten met elkaar overeen te stemmen. Proportionaliteit van de inbeslagname op grond van een Europees onderzoeksbevel: mede gelet op art. 5.4.7 lid 1 Sv toetst de rechtbank niet de proportionaliteit van de inbeslagneming en van de daarop volgende overdracht van voorwerpen die het bewijsmateriaal vormen waarop het EOB betrekking heeft
HR 23-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1108
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers en J.C.A.M. Claassens)
- Zaaknummer
20/00592
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Dierenrecht / Veterinair recht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1108, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:495, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑03‑2020
- Wetingang
(art. 5.4.4, 5.4.7 Sv)
Essentie
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv en het vereiste van dubbele strafbaarheid bij de erkenning of uitvoering van een Europees onderzoeksbevel, art. 5.4.4 lid 2 Sv: ingevolge de bepaling dient in beginsel – dat wil zeggen: behoudens de in deze bepaling omschreven uitzondering – te worden voldaan aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. Dat vereiste houdt in dat het materiële feit waarvoor het bevel is uitgevaardigd binnen de termen van een Nederlandse strafbepaling moet vallen. Daarvoor is voldoende dat de strafbaarstelling zoals deze in de uitvaardigende staat luidt, in de kern hetzelfde rechtsgoed beschermt als de Nederlandse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.