NJB 2019/1869
Betaling voor bouwwerkzaamheden. Hoge Raad: 1. Comparitie ten overstaan van raadsheer-commissaris. Niet is medegedeeld dat partijen kunnen verzoeken om een behandeling voor een meervoudige kamer die de beslissing zal nemen. 2. Concretisering van het geschil. Het tussenarrest diende kennelijk mede ter voorbereiding van een comparitie waarin het geschil in overleg met partijen kon worden geconcretiseerd, met daarbij de mogelijkheid dat bepaalde posten alsnog konden worden aangemerkt als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende betwist. Ook na verwijzing geldt dit als uitgangspunt
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1242
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/03052
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Bouwrecht / Aanneming
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1242, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:474, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2019
- Wetingang
(art. 149 Rv)
Essentie
Betaling voor bouwwerkzaamheden. Hoge Raad: 1. Comparitie ten overstaan van raadsheer-commissaris. Niet is medegedeeld dat partijen kunnen verzoeken om een behandeling voor een meervoudige kamer die de beslissing zal nemen. 2. Concretisering van het geschil. Het tussenarrest diende kennelijk mede ter voorbereiding van een comparitie waarin het geschil in overleg met partijen kon worden geconcretiseerd, met daarbij de mogelijkheid dat bepaalde posten alsnog konden worden aangemerkt als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende betwist. Ook na verwijzing geldt dit als uitgangspunt
Partij(en)
A, adv. mr. T. van Malssen, vs. B, niet verschenen.