AB 2016/302
De inschrijving in de Basisregistratie personen is een betwistbaar rechtsvermoeden van hoofdverblijf bewoner op dat adres. Wettelijk boetetarief regionale huisvestingsvereordening niet onredelijk. Boetematiging wegens beperkte draagkracht niet aannemelijk omdat geen inzicht in inkomsten uit verhuur is gegeven. Bewijsuitsluiting maar geen boetematiging wegens schending cautiegebod.
ABRvS 23-09-2015, ECLI:NL:RVS:2015:2996, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
23 september 2015
- Magistraten
Mrs. C.H.M. van Altena, A. Hammerstein, H. Bolt
- Zaaknummer
201500083/1/A3
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924251:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bouwrecht / Woonrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:2996, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23‑09‑2015
- Wetingang
Art. 30, 85a Huisvestingswet; art. 5:10a, 5:46 Awb
Essentie
Rechtsvermoeden hoofdverblijf bewoner. Evenredigheid wettelijk boetetarief. Boetematiging. Financiële omstandigheden. Cautiegebod. Uitsluiting onrechtmatig verkregen bewijs.
Samenvatting
Het bestemd zijn van woonruimte voor bewoning in de zin van de Huisvestingswet vergt een zekere duurzaamheid, in die zin dat de intentie moet bestaan om gedurende langere tijd hoofdverblijf in de betrokken woonruimte te hebben. De inschrijving in de Basisregistratie personen levert behoudens tegenbewijs in beginsel een vermoeden op dat de desbetreffende bewoner zijn hoofdverblijf op dat adres heeft. Het bevoegde bestuur dient de hoogte van de boete in de huisvestingsverordening vast te leggen, mits het wettelijke maximumbedrag niet wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.