HR, 08-11-2022, nr. 21/02163
ECLI:NL:HR:2022:1585
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
08-11-2022
- Zaaknummer
21/02163
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:1585, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑2022; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:1028
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2021:1740
ECLI:NL:PHR:2022:1028, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑09‑2022
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2022:1585
- Vindplaatsen
Uitspraak 08‑11‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02163
Datum 8 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 mei 2021, nummer 20-003660-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
De raadslieden hebben – na het verstrijken van de in artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde termijn – in de schriftuur uitsluitend aan de orde gesteld dat bij de beëdiging van één of meerdere van de raadsheren die de bestreden uitspraak hebben gewezen, zich een onvolkomenheid heeft voorgedaan. Gelet op het arrest dat de Hoge Raad op 21 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1438, heeft gewezen, behoeft dat geen verdere bespreking.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren J.C.A.M. Claassens en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 november 2022.
Conclusie 20‑09‑2022
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Falende klacht over onjuiste beëdigingen gerechtshof 's-Hertogenbosch. Conclusie strekt tot verwerping. Samenhang met 21/02164.
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer21/02163
Zitting 20 september 2022
CONCLUSIE
D.J.M.W. Paridaens
In de zaak
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
hierna: de verdachte.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 6 mei 2021 het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 12 november 2019 bevestigd met aanvulling van gronden. Bij dat vonnis is de verdachte wegens 1 tot en met 4 telkens “diefstal” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken.
Er bestaat samenhang met de zaak 21/02164. In die zaak zal ik vandaag ook concluderen.
3. Namens de verdachte hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel
4. Het middel bevat de klacht dat het arrest is gewezen door één of meer raadsheren die onjuist is of zijn beëdigd, zodat het arrest nietig dient te worden verklaard en de zaak naar het hof dient te worden teruggewezen.
5. Het middel faalt op de gronden als vermeld in de vordering tot cassatie in het belang der wet van de procureur-generaal van 13 september 2022 over onvolkomenheden bij de beëdiging van raadsheren(-plaatsvervangers) in het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.1.
Slotsom
6. Het middel faalt.
7. Ambtshalve heb ik geen grond aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoort te geven.
8. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 20‑09‑2022