NJB 2013/72
Roekeloosheid in de zin van art. 175 WVW 1994. Bij de bewezenverklaring van roekeloosheid komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Bewezenverklaring roekeloosheid vereist in voorkomende gevallen nadere motivering, welke in casu ontbreekt
HR 04-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY2823
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2012
- Magistraten
(Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink)
- Zaaknummer
11/05038
- LJN
BY2823
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY2823, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY2823, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑01‑2012
- Wetingang
Essentie
Roekeloosheid in de zin van art. 175 WVW 1994. Bij de bewezenverklaring van roekeloosheid komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Bewezenverklaring roekeloosheid vereist in voorkomende gevallen nadere motivering, welke in casu ontbreekt
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – overtreding van art. 6 WVW 1994, terwijl de schuld bestaat in roekeloosheid en het een ongeval betreft waardoor een ander werd gedood, terwijl de schuldige verkeerde in de toestand zoals bedoeld in art. 8 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.