Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Ongeacht het recht op de in artikel 36 vermelde verloven, hebben zwangere vrouwen, na overlegging van een medisch attest, recht op moederschapsverlof, dat niet eerder ingaat dan zes weken vóór de datum die op het attest als vermoedelijke dag van de bevalling is aangegeven en tien weken na de dag van de bevalling eindigt; dit verlof bedraagt evenwel ten minste 16 weken, ongeacht de datum waarop het ingaat.
Het moederschapsverlof omvat een verplicht verlof van ten minste twee weken voor en na de datum van bevalling.
Zwangere vrouwen hebben het recht om, zonder salarisderving, vrijaf te nemen om prenatale onderzoeken te ondergaan indien dergelijke onderzoeken onder de werktijd moeten plaatsvinden.