Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/500
Terechte klacht dat het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep niet is vastgesteld en ondertekend conform art. 327 Sv leidt niet tot cassatie op grond van bijzonderheden van de zaak.
HR 03-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:501
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/00182
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:501, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:286, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2017
- Wetingang
Art. 327, 415, 425 lid 3 onder c, art. 426 lid 1 Sv
Essentie
Terechte klacht dat het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep niet is vastgesteld en ondertekend conform art. 327 Sv leidt niet tot cassatie op grond van bijzonderheden van de zaak. De raadsheer die het mondeling arrest heeft gewezen is overleden, de raadsman was ter zitting aanwezig, en in cassatie zijn geen inhoudelijke klachten aangevoerd ten aanzien van het proces-verbaal. De schriftuur bevat geen toelichting met betrekking tot het belang bij het ingestelde cassatieberoep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 december 2016, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.