Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake bedingen van forumkeuze
Artikel 26 Verhouding tot andere internationale instrumenten
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2015
- Bronpublicatie:
30-06-2005, Trb. 2009, 31 (uitgifte: 04-03-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2015, Trb. 2015, 101 (uitgifte: 08-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
Dit Verdrag dient op zodanige wijze te worden uitgelegd dat het voor zover mogelijk verenigbaar is met andere voor de Verdragsluitende Staten van kracht zijnde verdragen, ongeacht of deze voor of na dit Verdrag zijn gesloten.
2.
Dit Verdrag laat onverlet de toepassing door een Verdragsluitende Staat van een verdrag, ongeacht of het voor of na dit Verdrag is gesloten, in gevallen waarin geen van de partijen verblijfplaats heeft in een Verdragsluitende Staat die geen partij bij dat verdrag is.
3.
Dit Verdrag laat onverlet de toepassing door een Verdragsluitende Staat van een verdrag dat is gesloten voordat dit Verdrag voor die Verdragsluitende Staat van kracht werd, indien de toepassing van dit Verdrag onverenigbaar zou zijn met de verplichtingen van die Verdragsluitende Staat jegens enige andere Staat die geen Partij is bij dit Verdrag. Dit lid is ook van toepassing op verdragen die een verdrag dat voor de inwerkingtreding van dit Verdrag voor die Verdragsluitende Staat werd gesloten, herzien of vervangen, behoudens voor zover de herziening of vervanging nieuwe strijdigheden met dit Verdrag meebrengt.
4.
Dit Verdrag laat onverlet de toepassing door een Verdragsluitende Staat van een verdrag, ongeacht of dit voor of na dit Verdrag is gesloten, met het oog op de erkenning of de tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven door een gerecht van een Verdragsluitende Staat die eveneens partij bij dat verdrag is. De beslissing mag evenwel niet in geringere mate worden erkend of ten uitvoer worden gelegd dan op grond van dit Verdrag het geval zou zijn.
5.
Dit Verdrag laat onverlet de toepassing door een Verdragsluitende Staat van een verdrag dat, met betrekking tot een bijzondere aangelegenheid, de rechterlijke bevoegdheid of de erkenning of de tenuitvoerlegging van beslissingen regelt, zelfs al is het na dit Verdrag gesloten en zelfs al zijn alle betrokken Staten Partij bij dit Verdrag. Dit lid is uitsluitend van toepassing indien de Verdragsluitende Staat ingevolge dit lid een verklaring met betrekking tot dat verdrag heeft afgelegd. Indien een dergelijke verklaring wordt afgelegd, zijn de andere Verdragsluitende Staten niet verplicht dit Verdrag op die bijzondere aangelegenheid toe te passen voor zover er sprake mocht zijn van onverenigbaarheid, wanneer een exclusief forumkeuzebeding de gerechten, of een of meer bepaalde gerechten van de Verdragsluitende Staat die de verklaring heeft afgelegd, aanwijst.
6.
Dit Verdrag laat onverlet de toepassing van de regels van een Regionale Organisatie voor Economische Integratie die Partij bij dit Verdrag is, ongeacht of deze voor of na dit Verdrag zijn aangenomen:
- a.
wanneer geen van de partijen verblijfplaats heeft in een Verdragsluitende Staat die geen lidstaat is van de Regionale Organisatie voor Economische Integratie;
- b.
voor zover het betreft de erkenning of de tenuitvoerlegging van beslissingen tussen de lidstaten van de Regionale Organisatie voor Economische Integratie.