V-N Vandaag 2013/2805
Bodemrecht fiscus behoudt voorrang op stil pandrecht tijdens afkoelingsperiode in surseance van betaling
HR 13-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1910
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2013
- Zaaknummer
13/00861
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1910, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat art. 241c lid 2 Faillissementswet niet zo ruim moet worden uitgelegd dat een opeising van bezitloos verpande bodemzaken door de pandhouder bij exploot, tijdens een afkoelingsperiode in surseance van betaling, ertoe leidt dat het bodemrecht van de Belastingdienst niet aan de bezitloos pandhouder kan worden tegengeworpen.
Samenvatting
De stille pandhouders (Rabobank en DLL) vragen om afgifte van verpande zaken nadat surseance van betaling is verleend aan de pandgever (Danvo). De bewindvoerder van de pandgever weigert echter afgifte met een beroep op de afkoelingsperiode. Binnen deze afkoelingsperiode wordt vervolgens de pandgever failliet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.