NJB 2014/1286
Unus testis, nullus testis, art. 342 lid 2 Sv: géén schending in ontuchtzaak van deze bepaling nu de verklaring van aangeefster voldoende steun vindt in het overige gebezigde bewijsmateriaal, in het bijzonder de verklaring van de verdachte over het oppassen op aangeefster
HR 10-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1354
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04944
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1354, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:502, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2013
- Wetingang
(Sv art. 342 lid 2)
Essentie
Unus testis, nullus testis, art. 342 lid 2 Sv: géén schending in ontuchtzaak van deze bepaling nu de verklaring van aangeefster voldoende steun vindt in het overige gebezigde bewijsmateriaal, in het bijzonder de verklaring van de verdachte over het oppassen op aangeefster
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – (feit 2. Subsidiair) de eendaadse samenloop van ontucht plegen met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd, en met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd. Verdachte is een oom van aangeefster.
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.