Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/3.3.1
3.3.1 Inleiding
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS504731:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie daaromtrent E.J. DOMMERING, Hand. NJ V 1983-1, tweede stuk, blz. 231, Arbitragerecht (SNIJDERS), 2.3.1, P. VAN DIJK in The European System for the Protection of Human Rights, Dordrecht/Boston/London 1993, blz. 375, Burg. Rv. (SNIJDERS), Boek IV, opschrift, aant. 1, A-G AssER in zijn conclusie (sub 3.10) vóór HR 18 februari 1994 (Nordstffim/Nigoco), NJ 1994, 765, H.I. SNIJDERS in zijn noot (sub 7) bij HR 18 februari 1994 (Nordstffim/Nigoco), NJ 1994, 765, SNIJDERS, Preadvies, no. 6.2, LAWSON, blz. 157-166, JACOT-GUILLARDMOD, blz. 281-294 en MATSCHER, blz. 286-291.
Het is de vraag of met de overeenkomst tot arbitrage niet alleen afstand wordt gedaan van het recht op toegang, doch eveneens afstand wordt gedaan van de (resterende) waarborgen van art. 6 EVRM.1 Met genoemde resterende waarborgen doel ik op de waarborgen van art. 6 EVRM, als bijvoorbeeld het recht op eerlijk proces en het recht op een onafhankelijk en onpartijdig gerecht, dit — als gezegd — met uitzondering van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten dat zojuist aan de orde is gekomen (zie 3.2.3.4).
Aangenomen wordt dat met afstand van het recht op toegang krachtens een overeenkomst tot arbitrage, niet ook vanzelf afstand wordt gedaan, of zelfs kan worden gedaan, van alle resterende uit art. 6 EVRM voortvloeiende waarborgen. Zo is wel verdedigd dat met de overeenkomst tot arbitrage geen afstand mogelijk is van het recht op een eerlijk proces (met name het recht op hoor en wederhoor) en het recht op een onafhankelijk en onpartijdig gerecht. Zie daartoe 3.3.2.
Vraag is dan of een partij op de waarborgen van art. 6 EVRM waarvan geen afstand is of kan worden gedaan rechtstreeks ten overstaan van een scheidsgerecht een beroep kan doen, en voorts of jegens de gewone rechter op schending van art. 6 EVRM een beroep kan worden gedaan als het scheidsgerecht deze waarborgen van art. 6 EVRM heeft geschonden. Zie daartoe 3.3.3.