RI 2013/100
Bestuurdersaansprakelijkheid. Kunnen de als ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ verweten gedragingen als een belangrijke oorzaak van het faillissement worden beschouwd? (X/Udink q.q.)
HR 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3845
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/04266
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS915084:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3845, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3845, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Kunnen de als ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ verweten gedragingen als een belangrijke oorzaak van het faillissement worden beschouwd?
Samenvatting
Eiser tot cassatie was statutair bestuurder van Legal Point Consultancy B.V. en feitelijk beleidsbepaler in de zin van art. 2:248 lid 7 BW van vier groepsvennootschappen (hierna gezamenlijk: Legal Point). In deze vennootschappen werd een advocatenpraktijk uitgeoefend. Nadat was gebleken dat Legal Point met een ernstig en langdurig liquiditeitstekort kampte, heeft de Raad van Discipline een onderzoek als bedoeld in art. 60c Advocatenwet gelast. Daaruit is gebleken dat gelden van de derdenrekening oneigenlijk waren aangewend. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.