RvdW 2018/582
Juiste maatstaf bij beoordeling van verzoek tot schorsing van het onderzoek ter terechtzitting als bedoeld in art. 281 lid 1 Sv. Motiveringsgebrek.
HR 24-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:660
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 april 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/01507
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:660, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1612, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
Juiste maatstaf bij beoordeling van verzoek tot schorsing van het onderzoek ter terechtzitting als bedoeld in art. 281 lid 1 Sv. Motiveringsgebrek.
Het verzoek van de verdediging tot aanhouding omwille van een gelijktijdige behandeling van de zaken van verdachte en zijn medeverdachte en het nader horen van die medeverdachte, is een verzoek in de zin van art. 331 lid jo. art. 328 Sv om toepassing te geven aan art. 281 lid 1 Sv. Maatstaf bij de beslissing op een zodanig verzoek is of het belang van het onderzoek de schorsing vordert. Daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.