Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 1
Artikel 377ee
Geldend
Geldend vanaf 10-12-2010
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 30-06-2011, Stb. 355.
- Bronpublicatie:
29-11-2010, Stcrt. 2010, 19489 (uitgifte: 08-12-2010, regelingnummer: 5677000/10/6)
- Inwerkingtreding
10-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2010, Stcrt. 2010, 19489 (uitgifte: 08-12-2010, regelingnummer: 5677000/10/6)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
De centrale autoriteit is bevoegd, zonodig ook zonder uitdrukkelijke volmacht van degene die zich met een verzoek tot haar heeft gewend, namens hem, anders dan in rechte, op te treden.
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 5, derde lid, van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen (Trb. 1981, 10) en artikel 26 van het op 25 oktober 1980 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (Trb. 1987, 139), draagt de centrale autoriteit zelf alle kosten die aan de uitvoering van haar taak zijn verbonden.