De faillissementspauliana
Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/5.3.3.3:5.3.3.3 Art. 45 Fw
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/5.3.3.3
5.3.3.3 Art. 45 Fw
Documentgegevens:
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS380781:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie Van der Feltz I, p. 447-448.
Zie § 3.1 van dit hoofdstuk.
Voor wat betreft het vermoeden van wetenschap van benadeling aan de zijde van degene met of jegens wie de schuldenaar handelde, geldt in de door mij voorgestane benadering dat alle om niet verrichte rechtshandelingen onder het bereik van art. 43 lid 1, aanhef en onder 1° Fw zouden vallen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Art. 45 Fw ziet op rechtshandelingen die om niet zijn verricht. Is een dergelijke rechtshandeling binnen een jaar vóór de faillietverklaring verricht, dan wordt vermoed dat de schuldenaar wetenschap van benadeling had. Het vermoeden van wetenschap van benadeling heeft geen betrekking op degene met of jegens wie de schuldenaar handelde. De reden hiervoor is dat voor de vernietiging van een om niet verrichte rechtshandeling niet is vereist dat ook hij wetenschap van benadeling had. Wel is hij degene die het vermoeden van wetenschap van benadeling aan de zijde van de schuldenaar zal moeten ontkrachten.1
Eerder in dit hoofdstuk is betoogd dat het vereiste van wetenschap van benadeling aan de zijde van de schuldenaar en het onderscheid tussen om niet en anders dan om niet verrichte rechtshandelingen moeten komen te vervallen.2 Dit zou tot gevolg hebben dat voor de vernietiging van (nagenoeg) alle onverplicht verrichte rechtshandelingen geldt dat alleen degene met of jegens wie de schuldenaar handelde wetenschap van benadeling moet hebben gehad. Art. 45 Fw kan in dat geval worden geschrapt.3