NJ 2016/40
Cassatie in het belang der wet; geen aanpassing vuistregels redelijke termijn bij jeugdigen.
HR 08-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2465, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/06491
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153934:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2465, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. De Hoge Raad ziet geen aanleiding de vuistregels met betrekking tot overschrijding van de redelijke termijn ten aanzien van jeugdige verdachten (vgl. HR 17 juni 2008, NJ 2008/358) aan te passen. De niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging is, mede gelet op de belangen van mogelijke slachtoffers, zelfs niet passend en geboden indien sprake is van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. De vuistregel dat in gevallen waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast, de zaak — zowel in eerste aanleg als in hoger beroep — binnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.