NJB 2022/105
Opheffing van verbintenissen uit een legaat. Bedoeling van de erflater. Hoge Raad: Het hof heeft er geen blijk van gegeven de bedoeling van erflaters bij de beoordeling van het verzoek tot opheffing van de verbintenissen uit de legaten te hebben betrokken. Het hof heeft niet tot het oordeel kunnen komen dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de ongewijzigde instandhouding van de verbintenissen uit de legaten niet gevergd kan worden.
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1962
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/03990
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1962, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:597, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑12‑2020
- Wetingang
(art. 4:123, 6:258 BW)
Essentie
Opheffing van verbintenissen uit een legaat. Bedoeling van de erflater. Hoge Raad: Het hof heeft er geen blijk van gegeven de bedoeling van erflaters bij de beoordeling van het verzoek tot opheffing van de verbintenissen uit de legaten te hebben betrokken. Het hof heeft niet tot het oordeel kunnen komen dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de ongewijzigde instandhouding van de verbintenissen uit de legaten niet gevergd kan worden.
Partij(en)
De legatarissen, adv. mr. N.C. van Steijn, vs. K, adv. J. van Weerden, met als belanghebbenden: L, de curator in het faillissement van L en de executeur, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.