RvdW 2020/1175
Onrechtmatige overheidsdaad. Afwijzing gratieverzoek levenslange gevangenisstraf; beoordelingsruimte Kroon; afwijking van advies strafrechter; motivering. Taak burgerlijke rechter.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03095
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1747, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2019
- Wetingang
Art. 3 EVRM; art. 2 Gratiewet; art. 4Besluit Adviescollege levenslanggestraften; art. 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Afwijzing gratieverzoek levenslange gevangenisstraf; beoordelingsruimte Kroon; afwijking van advies strafrechter; motivering. Taak burgerlijke rechter.
Samenvatting
Het instrument van gratie strekt niet ertoe de Kroon in de gelegenheid te stellen van een van de rechter afwijkend inzicht te doen blijken omtrent de strafrechtstoepassing. Het advies van het gerecht dat de straf of maatregel heeft opgelegd, is in beginsel leidend bij het nemen van de beslissing omtrent gratieverlening. In het geval dat de minister voor de beslissing omtrent gratieverlening bepaalde feiten en omstandigheden (mogelijk) van belang acht die niet in het advies van het gerecht zijn betrokken, heeft ...