V-N Vandaag 2018/232
Wederom prejudiciële vragen over gevolgen Duitse mini-jobs
HR 02-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:126
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 2018
- Zaaknummer
16/03746, 16/03747, 16,03748
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Kinderbijslag
Internationale sociale zekerheid / Premieheffing
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:19, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:HR:2018:126, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:HR:2018:127, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad volgt het advies van de A-G op en stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. De Hoge Raad wil onder andere weten of het in strijd is met het EU-recht dat een ingezetene van Nederland niet verzekerd is voor de Nederlandse volksverzekeringen, als hij in een andere lidstaat werkt en is onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van de werkstaat.
Samenvatting
Mevrouw Giesen [X1] en de heer Van den Berg [X2] hebben de Nederlandse nationaliteit en wonen in Nederland. Mevrouw Giesen heeft, in het verleden, als oproepkracht, een zogenoemde mini-job uitgeoefend in Duitsland, zonder tegelijkertijd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.