RvdW 2019/637
Arubaanse zaak. Onrechtmatige daad accountant jegens derden?; maatstaf; Nederlandse gedrags- en beroepsregels voor accountants; toepasbaarheid in Aruba?; persoonsgericht onderzoek onzorgvuldig?; hoor en wederhoor.
HR 17-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:744
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 mei 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/01581
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Accounting (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Auditing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:744, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BWA; art. 6:162 BW; art. 19 Wab; VGBA
Essentie
Arubaanse zaak. Onrechtmatige daad accountant jegens derden?; maatstaf; Nederlandse gedrags- en beroepsregels voor accountants; toepasbaarheid in Aruba?; persoonsgericht onderzoek onzorgvuldig?; hoor en wederhoor.
Samenvatting
Nu het onderzoek van de accountant betrekking had op mogelijke onregelmatigheden waarbij verweerder in cassatie direct betrokken was en het voor de accountant duidelijk moet zijn geweest dat haar onderzoek nadelige gevolgen voor verweerder zou kunnen hebben, diende de accountant bij het uitvoeren van haar werkzaamheden jegens verweerder de in het maatschappelijk verkeer vereiste zorgvuldigheid in acht te nemen. Bij de invulling van die zorgvuldigheidsnorm komt het aan op een beoordeling van alle omstandigheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.